Hieronder vindt u o.a. informatie over nieuwe en gewijzigde bepalingen, voor aanvragers van laboratoriumdiagnostiek.
Onderwerpen
Onderstaande berichten zijn van belang voor alle aanvragers van laboratoriumdiagnostiek:
- Insuline en C-peptide naar Erasmus MC
- Intrinsic factor antistoffen methode verandert
- Toevoeging non-HDL-cholesterol aan lipidenpakket
Onderstaande berichten zijn van belang voor aanvragers van het Maasstad Ziekenhuis en Spijkenisse Medisch Centrum:
Berichten voor alle aanvragers van laboratoriumdiagnostiek:
Insuline en C-peptide naar Erasmus MC
In het kader van intensivering van samenwerking met Erasmus MC en verandering van verzendlocatie voor een aantal endocrinologische en immunologische bepalingen, gaan we per 1 februari 2024 over op een andere methode voor insuline en C-peptide.
Het voordeel van deze verandering is dat de insuline en C-peptide concentraties direct nadat ze bepaald zijn op het apparaat in het Erasmus MC via de lab-to-lab koppeling in HiX gerapporteerd zullen worden. Hierdoor is de kans dat de rapportage van uitslagen vertraagd is tot een minimum gebracht.
Verschillen in referentiewaarden:
Voor wat betreft insuline en C-peptide bepalingen in het kader van de vastenproef, blijft de werkwijze onveranderd. Alleen bij een glucose concentratie < 2,5 mmol/L worden insuline en C-peptide bepaald en anders wordt een opmerking geplaatst over het niet bereiken van voldoende diepe hypoglykemie.
Insuline antistoffen zullen niet automatisch bepaald worden maar dienen – bij verdenking op aanwezigheid – apart te worden aangevraagd.
Voor vragen of opmerkingen: mevr. dr. S. Kos, klinisch chemicus.
Intrinsic factor antistoffen methode verandert
De methode voor de bepaling van antistoffen tegen intrinsic factor is veranderd. Wij gaan per 26 februari 2024 over op de meer geautomatiseerde methode (Thermofisher Phadia). De nieuwe methode vertoont goede concordantie voor wat betreft kwalitatieve conclusie met de oude methode en correleert goed met antistoffen tegen pariëtale cellen (immunofluorescentie methode). De rapportage van referentiewaarden verandert niet.
Voor vragen of opmerkingen: mevr. dr. S. Kos, klinisch chemicus.
Toevoeging non-HDL-cholesterol aan lipidenpakket
Het lipidenpakket wordt per 1 maart 2024 uitgebreid met de rapportage van de berekende factor “non-HDL-cholesterol” (= totaal cholesterol minus HDL-cholesterol). Non-HDL-cholesterol is een maat voor alle aanwezige atherosclerotische lipiden (VLDL, VLDL remnants, IDL, LDL en Lp(a)).
Van oudsher wordt het effect van cholesterolverlagende therapie gemonitord aan de hand van LDL-cholesterol. In de richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (CVRM) (2019) wordt gesteld dat met non-HDL-cholesterol het risico op hart- en vaatziekten minimaal even goed en in sommige gevallen zelfs beter kan worden ingeschat dan met LDL-cholesterol (omdat het alle atherogene apo-B-houdende lipoproteïnen omvat).
Non-HDL-cholesterol wordt automatisch toegevoegd aan de rapportage van het lipidenspectrum. Omdat het een berekende factor betreft zijn hier geen aanvullende kosten aan verbonden.
Streefwaardes
Bij non-HDL-cholesterol wordt een streefwaarde van <3,8 mmol/l gerapporteerd, wat correspondeert met de streefwaarde van <3,0 mmol/l voor LDL-cholesterol. Voor bepaalde risicogroepen gelden afwijkende streefwaardes, zie de onderstaande tabel.
Corresponderende streefwaardes per risicocategorie voor LDL-cholesterol en non-HDL-cholesterol bij een niet-nuchtere afname, op basis van de CVRM richtlijn (2019).
NB: het lipidenpakket hoeft niet nuchter te worden afgenomen.
Voor nadere toelichting kunt u contact opnemen dhr. dr. R. Herpers, klinisch chemicus (010-2912769) of de dienstdoende klinisch chemicus: 010-291 2771.
Berichten voor aanvragers van Maasstad Ziekenhuis en Spijkenisse Medisch Centrum:
Benigne etnische neutropenie
Sinds kort is de bepaling Benigne etnische neutropenie in HiX aanvraagbaar (vooralsnog alleen voor internisten). Bij deze aanvraag worden de Duffy antigenen op de erytrocyten bepaald. Het Duffy-null fenotype (Fy(a-b-)), dat vaak voorkomt bij personen met een Afrikaanse familie-achtergrond, is geassocieerd met lagere aantallen leukocyten en neutrofiele granulocyten, zonder verhoogde gevoeligheid voor infecties. Uitgebreid onderzoek naar de oorzaak van de neutropenie is dan meestal niet nodig. De aanvraag is te vinden in HiX tabblad Algemeen, kopje Bloedgroepserologie.
Voor vragen of opmerkingen: mevr. dr. F. Weerkamp, klinisch chemicus.
Farmacogenetica panel
Door problemen met de levering van reagens voor het farmacogeneticapanel zijn we genoodzaakt om tijdelijk onze oude farmacogenetica analyses weer in de lucht te brengen. In HiX zijn de specifieke aanvragen voor de afzonderlijke genen weer tijdelijk ingericht. Zie bijgevoegd screenshot. We verwachten dat dit tot april gaat duren.
Mochten u daarna alsnog een farmacogenetica panel voor de patiënt willen, dan kunnen we dat alsnog analyseren.
Voor vragen of opmerkingen: mevr. dr. T.M. Bosch, ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog.
Diagnostiek respiratoire pathogenen
Naast diagnostiek naar een beperkt aantal verwekkers van luchtweginfecties (Sars-CoV-2, Influenza A/B en RSV), is het ook mogelijk om een test in te zetten waarbij meer verwekkers worden getest, zoals andere respiratoire virussen en een aantal atypische verwekkers, zoals Mycoplasma pneumoniae. We zien dat deze uitgebreide test vaker wordt aangevraagd dan voorheen en dit zal (deels) te maken hebben met de huidige verheffing van Mycoplasma pneumoniae. Het is echter een dure test, waarbij veel van de verwekkers niet direct een klinische consequentie hebben of relevant zijn voor eventuele infectiepreventie maatregelen. Daarom willen we deze test bewaren voor specifieke gevallen.
Het is sinds kort mogelijk om een losse test uit te voeren op Mycoplasma pneumoniae van een keelwat of nasopharynx spoelsel. Deze test wordt van maandag t/m zaterdag ingezet met een gemiddelde doorlooptijd van 1 dag.
In het vervolg zullen de aanvragen op de uitgebreide test alleen ingezet worden van de IC en de neonatologie. In alle andere gevallen zal de Mycoplasma pneumoniae test worden verricht en wordt de uitgebreide test gerapporteerd als niet verricht. Mocht het dan alsnog wenselijk zijn dat de uitgebreide test wordt ingezet, graag contact opnemen met de arts-microbioloog.
Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met de artsen-microbioloog: 010-2912011.